Engel van de blauwe stad
'Een grote roman over de cholera-epidemie’
Stefan Hertmans
‘Carmen beschildert met precisie het lege canvas van de lezer, zonder té veel te willen vertellen. Haar personages zijn niet alleen levensecht, maar levensecht in hun tijd. Je komt als lezer huiddicht op de mentaliteit van die 19de eeuwse Antwerpenaars. Je kijkt door hun ogen, met hun denkbeelden, hun visie, hun kennis.’
Aline Sax
Setting
In 1866 draait de industrialisatie op volle toeren en zijn er in Antwerpen nog tal van kleine, sterk vervuilende fabrieken en werkplaatsen (huidbewerking, lijmfabrieken, vleeshandel en slachterijen). De haven floreert en ondanks de blokkade van de Schelde is Antwerpen een belangrijke doorvoerhaven voor tal van goederentransporten en ook een inschepingplaats voor landverhuizers van Centraal- en Zuid -Europa.
In mei van dat jaar breekt cholera uit op het emigrantenschip Agnes, afkomstig uit Bremen met bestemming New York. Het schip moet voor anker bij Fort Liefkenshoek, nabij de stad, waar een tijdelijk lazaret wordt opgericht, om te voorkomen dat de ziekte Antwerpen zal bereiken.
Sinds de wet van 1831 en ondanks de besluiten van de internationale sanitaire conferentie van Parijs in 1861, is er langs de Scheldeoevers nog altijd geen permanent lazaret opgericht als tijdelijk verblijf voor besmette emigranten. De minister van Binnenlandse Zaken en het stadsbestuur blijven voor de bouw en het opnemen van de kosten naar elkaar wijzen.
In de medische wereld en bij beleidsmakers is er tot op dat moment geen duidelijkheid over hoe cholera ontstaat en ook de besmettelijkheid is een algemeen punt van discussie.
De meerderheid is overtuigd dat verrotting- en gistingsdampen uit onder andere (dierlijk) afval en vervuild water als een mist van vervuilde lucht de ziekte kan verspreiden. De aanhangers van deze theorie worden de miasmatisten genoemd. Daarnaast zijn er die geloven dat besmetting wordt veroorzaakt door de adem van de zieke, via menselijke contact en zaken waarmee de zieke in aanraking is gekomen, de zogeheten contagionisten. Maar omdat quarantainemaatregelen vaak faalden — quarantaine wordt simpelweg niet nageleefd en is voor de overheid niet wenselijk wegens het stilvallen van de handel — wordt algemeen aangenomen dat deze laatste theorie niet kan kloppen.
Korte inhoud
Mei 1866. Op het emigrantenschip Agnes breekt cholera uit. Het schip moet voor anker nabij Antwerpen, waar tijdelijke opvang wordt ingericht om te voorkomen dat de ziekte de stad bereikt. De quarantaine in Fort Liefkenshoek mislukt omdat de passagiers via logementshuizen de ziekte in Antwerpen binnenbrengen. Cholera raast door de stad met een angstaanjagende snelheid. Mensen die de ene dag nog perfect gezond rondlopen zijn de volgende dag dood. Anders dan bij de vorige epidemieën van 1832-33 en 1848-49, waarin cholera vooral werd gezien als een ziekte van de armen, worden deze keer ook de rijke burgers getroffen.
In iedere wijk wordt een commissie benoemd om alle steegjes, beluiken, koeren, enz. te bezoeken, de hygiënische toestand ervan vast te stellen en de nodige maatregelen voor te schrijven.
Het ergst getroffen zijn de arme en dichtbevolkte eerste wijk (het schipperskwartier rond Sint- Paulus met 1.249 gevallen) en de vierde wijk (Sint-Andrieskwartier met 1.824 gevallen). Nagenoeg de helft van de choleraslachtoffers kwam terecht in de ziekenhuizen. Antwerpen beschikt over één stedelijk ziekenhuis, het Sint-Elisabethgasthuis.
Tijdens de lange, verzengende zomer werkt ziekenverzorgster Hélène Cauwelaert nauw samen met dokter Louis Stradling in de bestrijding van de epidemie. Maar al snel blijkt dat ze uiteenlopende opvattingen hebben over hoe de ziekte moet worden aangepakt. De onderlinge spanning groeit, tot confrontatie onvermijdelijk wordt.
Achtergrond
Het onderwerp van Van Geffens nieuwe roman is ontstaan door haar fascinatie voor de cholera-epidemie van 1866 in Antwerpen. Via haar dochter, historica , kwam ze in contact met primaire bronnen over historische epidemieën, met in het bijzonder het verhaal van deze toen onbekende ziekte die de stad en het leven van zovele mensen zwaar ontwrichtte.
Het trof Van Geffen hoeveel raakpunten er zijn met wat ons recent is overkomen tijdens de coronapandemie. Hoe in bijna160 jaar, alle nieuwe wetenschap en techniek ten spijt, er niet zo heel veel veranderd is. La condition humaine is onveranderlijk; de mens blijft de mens als hij wordt geconfronteerd met een onbekende epidemie.
Thema’s en betekenis
Deze roman legt een pijnlijke en universele strijd bloot: tussen zorg en macht, geloof en kennis, empathie en opportunisme. Het is een verhaal over een jonge vrouw die tegen de verwachtingen van haar tijd in haar roeping volgt, en over een man die zich, verteerd door angst en ambitie, schuldig maakt aan het monopoliseren van een waarheid die niet de zijne was.
De cholera-epidemie van 1866 vormt het historische decor, maar de roman reikt verder dan het verleden. Ze legt parallellen bloot met onze eigen tijd: het falen van beleid, de rol van de pers, de verspreiding van fakenieuws, de macht van gevestigde instituties en de kwetsbaarheid van de gewone mens. De echo’s met de recente COVID-pandemie zijn onmiskenbaar, zonder ooit de historische context te verlaten.
Engel van de blauwe stad is een meeslepende, historische roman die niet enkel het drama van een vergeten epidemie weer tot leven brengt, maar ook de tijdloze vraag stelt: wie mag spreken namens de waarheid, en wie wordt erdoor het zwijgen opgelegd?